Het ruim drieduizend pijpen tellende instrument in de Nieuwe Kerk is één van de drie grote orgels van de hand van Jonathan Bätz.
Deze bekende Utrechtse orgelbouwer bouwde het orgel tussen 1837 en 1839, maar het functioneert nog steeds naar behoren.
Bätz' woorden ‘Zo er geen rampen gebeuren zal men twee eeuwen na onze dood het werk nog als degelijk en eerlijk geleverd roemen', werden bewaarheid.
Het pijporgel van de Nieuwe Kerk wordt nog iedere zondag gebruikt voor begeleiding van de gemeentezang.
De klank heeft een vrij klassiek karakter, hoewel er ook al ‘romantische' invloeden hoorbaar zijn.
De orgels in de Oude en Nieuwe Kerk zijn regelmatig te horen tijdens concerten.