Het lichtschip de West-Hinder werd in 1950 in Oostende bij Béliard-Crighton gebouwd en werd gebruikt als lichtbaken en als observatieschepen.
Lichtschepen behoren samen met de lichtbakens, de lichtboeien en de vuurtorens tot de kustverlichting ten behoeve van de scheepvaart.
Lichtschepen werden ten behoeve van de navigatie op een vaste positie in zee verankerd. Ze waren uitgerust met een lichttoren die voorzien was van een krachtige lichtbron, met een zware mistseininrichting en een radiobaken.
Lichtschepen hadden steeds een opvallende rode kleur.
De positie van een lichtschip werd aangegeven op de zeekaarten. Daarom was het van het grootste belang dat het schip op zijn voorgeschreven plaats bleef liggen.
Een lichtschip werd vastgelegd met een zogenaamd paraplu- of paddenstoelanker.